In het hagelnieuwe Laboratorium voor Brandveiligheid aan de A73 te Haps staat het testen van brandveiligheid centraal. Het bedrijf maakt onderdeel uit van de Peutz Groep met vestigingen in Molenhoek, Zoetermeer, Haren en Eindhoven. Daarnaast zijn er nog een aantal vestigingen in het buitenland. De redactie van Isolatie4all kreeg een kijkje in de keuken van hoe Peutz de brandtesten op het gebied van isolatie uitvoert.
Met hun state-of-the-art faciliteiten en toegewijd team van 20 medewerkers voeren ze een breed scala aan brandtesten uit om de veiligheid en betrouwbaarheid van bouwmaterialen zoals isolatieproducten te waarborgen. “Als Peutz zijn we het enige ingenieursbureau in Nederland met een eigen Laboratorium voor brandveiligheid”, vertelt Hoofd Laboratorium voor Brandveiligheid Harm Leenders. “Het Laboratorium is door de Raad voor Accreditatie ISO/IEC 17025 geaccrediteerd voor het bepalen van de brandwerendheid van o.a. wanden, doorvoergingen, deuren en plafonds, volgens de geharmoniseerde Europese normen en NEN 6069. Ook is het Laboratorium geaccrediteerd voor het bepalen van het brandgedrag van de meeste bouwproducten.”
Doelgroep
“Brandtesten zijn cruciaal voor het beoordelen van de brandwerendheid van samengestelde producten en het brandgedrag materialen, die vaak in de bouw en industrie worden toegepast”, vervolgt Leenders. “Wij bedienen een nichemarkt van leveranciers en producenten van isolatiematerialen en testen als onafhankelijk testlaboratorium volgens de geldende normen en eisen voor brandwerendheid. Daarbij wordt vooral gekeken naar de mate van brandwerendheid, brandbaarheid en naar de warmte- en rookproductie tijdens de verbranding van het materiaal. Het gaat dan om isolatiemateriaal zoals bijvoorbeeld steenwol, glaswol, EPS, PUR, elastomeer of de nieuwste type bio-based materialen. Deze materialen hebben verschillende eigenschappen en toepassingen, afhankelijk van hun samenstelling, densiteit en dikte. Tijdens de tests worden de materialen blootgesteld aan gecontroleerde omstandigheden, waarbij parameters zoals temperatuur, zuurstofgehalte en vochtigheid nauwkeurig worden gereguleerd en gemonitord. Elk isolatiemateriaal heeft zijn eigen positieve en minder positieve kenmerken, de keuze voor (veilig-) gebruik hangt dus af van de specifieke toepassing”, aldus Leenders.
Testen
“Binnen ons bedrijf voeren we verschillende soorten brandtesten uit om een uitgebreid inzicht te krijgen in de brandwerendheid en het brandgedrag van isolatiematerialen. Deze omvatten onder meer de onbrandbaarheidstest de vlamverspreidingstest, de SBI-test, de brandwerendheidstest en de diverse andersoortige brandproeven. Daarmee kunnen we de brandbaarheid, rookontwikkeling, vlamverspreiding, warmteafgifte, druppelgedrag en de brandwerendheid van isolatiematerialen meten. Rookontwikkeling wordt steeds meer een kritieke factor bij brandveiligheid. Met behulp van de toxiciteitsmetingen kunnen giftige gassen worden gemeten die vrijkomen bij de verbranding van het isolatiemateriaal. De resultaten zijn belangrijk voor het beoordelen van de risico’s voor de gezondheid van mensen die aan de rook en brand worden blootgesteld.
Bij het testen van brandgedrag van isolatiematerialen worden verschillende testopstellingen gebruikt. Veel gebruikte methodes om isolatiematerialen te testen zijn de Small Flame test en de Single Burning Item test (SBI). Met de Small Flame test onderzoeken we de ontvlambaarheid van het isolatiemateriaal”, licht Leenders toe. “Hierbij wordt een aantal monsters van 9 cm bij 25 cm blootgesteld aan een kleine vlam. Afhankelijk van de praktijktoepassing moet het materiaal niet alleen de voorzijde worden bevlamd, maar ook aan de zijkant. Onderzocht wordt of, en in welke mate, sprake is van vlamuitbreiding langs het oppervlak van het materiaal. Met de Single Burning Item test wordt de warmteproductie en vlamuitbreiding, de rookproductie en het eventueel vallen van brandende deeltjes of druppels onderzocht bij blootstelling aan een brander die een beginnende brand representeert. Hiervoor worden in de SBI-opstelling twee samples onder een hoek van 90° met elkaar in de meetopstelling ingebouwd en in deze hoek verhit middels een flinke brander (de brander heeft een vermogen van 30 kW). De monsters zijn 1,5 m hoog en 1 m resp. 0,5 m breed. Voor bijzondere materialen, denk aan bijvoorbeeld leidingisolatie, wordt in afzonderlijke (product-)normen voorgeschreven hoe de inbouw plaats moet vinden. We testen leidingen voorzien van allerlei soorten isolatiemateriaal zoals elastomeerisolatie, steenwol of glaswol. Daarvoor heeft Peutz een speciaal montagesysteem ontwikkeld dat voldoet aan de eisen uit de productnorm. Ook testen we steeds meer bio-based isolatiematerialen voor toepassing in de bouw en industrie.”
Resultaten
De brandgedragtesten aan isolatiematerialen worden uitgevoerd conform de geldende normen en de materialen worden geclassificeerd volgens EN 13501-1 als klasse A (nagenoeg onbrandbaar) tot F (zeer brandbaar). De brandwerend van de samengestelde producten wordt geclassificeerd volgens de EN 13501-2. Materialen die voldoen aan de gestelde criteria ontvangen een classificatierapport dat essentieel is voor toepassing in bouwprojecten en industriële installaties.” In Nederland hebben we sinds 1 januari de Omgevingswet en het BBL, die het Bouwbesluit vervangen. Deze wetten stellen eisen aan de brandklasse en het gebruik van isolatiematerialen, bijvoorbeeld als leidingisolatie, wandafwerking of als onderdeel van de gevel. Ze verwijzen ook naar NEN-normen, die eisen stellen aan de brandwerendheid van constructies vastleggen.
“De resultaten van een ‘geaccrediteerde’ brandproef, uitgevoerd in het Laboratorium voor brandveiligheid, staan dan ook niet ter discussie en de resultaten zijn geldig en bruikbaar in alle Lidstaten van de Europese Unie. Onze meetresultaten kunnen ook gebruikt worden bij de CE-markering van bouwproducten. Met expertise en geavanceerde testfaciliteiten kunnen wij betrouwbare en gedetailleerde testresultaten leveren, die essentieel zijn voor het waarborgen van de brandveiligheid in diverse toepassingen.”
Geluidisolatie en warmteweerstand van isolatiematerialen
Tegenwoordig moeten isolatiematerialen ook voldoen aan allerlei normen voor geluidisolatie. “Het testen hiervan gebeurt in ons akoestisch Laboratorium in Molenhoek, het eerste in Nederland met een accreditatie volgens ISO/IEC 17025. Een methode om de geluidisolatie van isolatiematerialen te bepalen is volgens de ISO 15665. Dit is een ISO-norm, wat betekent dat onze prestatiebepaling wereldwijd kan worden gebruikt. Om de geluidisolatie te bepalen gebruiken we hiervoor een speciale galmende ruimte, de nagalmkamer. In deze ruimte is een leiding opgebouwd waarop een luidspreker is aangesloten. Éérst worden metingen uitvoert aan een niet geïsoleerde stalen leiding. Voor deze metingen zijn 3 diameters leidingen beschikbaar met als grootste diameter 700 mm. Vervolgens wordt de leiding door de opdrachtgever geïsoleerd en voeren we metingen uit aan deze geïsoleerde leiding. Het verschil tussen beide metingen is hoe goed het isolatiemateriaal het geluid tegenhoudt. We voeren ook geluidsisolatiemetingen uit op wanden, gevels, vloeren in combinatie met isolatiematerialen en kunnen de geluidabsorptie van materialen bepalen.
Een andere specialiteit die Peutz in de Molenhoek uitvoert, is het testen van de thermische waarde van isolatiemateriaal met de testmethode ‘Guarded Hot Plate’ (GHP). Hierbij wordt een monster gezet tussen een verwarmde plaat en gekoelde plaat waarvan de oppervlaktetemperatuur constant is gehouden. Dankzij de guard verwarming en koeling elementen, wordt de warmte alleen via het monster overgedragen, waardoor een unidirectionele warmtestroom ontstaat. De meting loopt tot wanneer een stabiele toestand is bereikt. De thermische geleidbaarheid (W/m·K) wordt bepaald met behulp van de toegevoegde warmte (W), de dikte van het monster (m), het oppervlak van de verwarmingsplaat (m2) en het temperatuurverschil (K). Met behulp van deze meetmethoden kunnen we exact de thermische isolatiewaarde van het isolatiemateriaal bepalen dat door de producenten van isolatiemateriaal wordt weergeven als de R-waarde, een maatstaf voor de thermische weerstand van isolatiematerialen. Het geeft aan hoe goed het materiaal warmte kan tegenhouden. Een hoge R-waarde betekent een zeer goed isolerend materiaal. De resultaten van deze tests zijn van cruciaal belang voor producenten en projecten, omdat ze helpen bepalen hoeveel isolatie moet worden toegepast
Tekst: Loet van Bergen en Fotografie: Isolatiebedrijf C.J. van Waas