Dries Van den Bergh, werkt vanuit zijn eigen bedrijf Eco Services op zelfstandige basis voor een groot Duits chemiebedrijf dat ook in Antwerpen gevestigd is. Daarnaast wordt hij als CINI inspecteur door diverse partijen, veelal de asset owner, EPC contractor en/of isoleerder, ingeschakeld om isolatiewerkzaamheden te controleren. Dries heeft een achtergrond in de productwereld en kwam via kwaliteitscontroles op polyurethaanschuim systemen in de industriële isolatie terecht. Na enkele jaren als productverkoper actief te zijn geweest heeft hij de switch gemaakt naar de wereld van de isolatie contractor waar Dries een 10-tal jaren projectleider was. Over de jaren is zijn kennis en ervaring gegroeid met alles wat hij oppakte. Hij geeft technische ondersteuning in met name koude/cryogene isolatieprojecten. Dries reist de wereld over om zich te blijven onderrichten in het vakgebied van isolatie. Een vak waar je trots op mag zijn, aldus Dries. Er wordt goed werk verricht, toch zijn er wel een aantal aandachtspunten met het oog op de toekomst en kwaliteitsborging te onderkennen. Ik sprak Dries over kwaliteit. Waar liggen de knelpunten en hoe zorg je ervoor dat kwaliteit bereikt wordt en geborgd blijft.
“Het grootste knelpunt voor de toekomst ligt met name bij de personele bezetting,” aldus Dries. “We leunen zwaar op buitenlandse monteurs, simpelweg omdat jonge mensen niet meer instappen. Als dat zich voortzet, wat ongetwijfeld het geval zal zijn, dan zullen in de toekomst ook de leidinggevenden van buitenlandse afkomst zijn. Spreken we over een jaar of 5 tot 10 elkaars taal dan nog wel?”
Isolatie is een vak
“Het vakmanschap in onze sector begint steeds meer uit het buitenland te komen. Er zijn bij ons gewoonweg te weinig mensen die het nog doen. Monteurs, die veelal via onderaannemers worden ingezet, komen uit het buitenland, maar er zijn daarnaast ook steeds meer buitenlandse firma’s die projecten hier oppakken, vooral omdat zij de opdrachten krijgen van buitenlandse mechanical contractors. Daar wordt wel eens over gemopperd, maar als je het goed beschouwt: als zij het niet oppakken, wie doen het dan? Wat als zij het niet doen? Waar halen wij zelf de mankracht dan vandaan? Het isolatievak is een vak, maar door het ontbreken van een specifieke vakopleiding nog altijd vrij onbekend bij de jeugd die voor de keuze van een vakopleiding staat. Zowel het OOI als de CINI hebben veel energie gestoken in het tot stand brengen van een MBO vakopleiding, maar als je kijkt naar hoe de technische sector er over de hele linie voor staat, zal het erg moeilijk worden om een specifieke opleiding tot isoleerder gerealiseerd te krijgen. Er zijn op de opleidingen die er zijn in de technische sector al zoveel tekorten aan nieuwe aanwas, dat het een lastig verhaal wordt om een nieuwe opleiding toe te voegen die in diezelfde magere vijver van geïnteresseerde jeugd gaat vissen.”
Kwaliteitsborging
“We zijn en blijven afhankelijk van de jongens die van buiten naar hier komen. Maar ook daar zijn verschuivingen. In een land als Polen verbetert de economische situatie, waardoor de noodzaak om naar hier te komen, kleiner wordt. Sterker nog, er spelen momenteel en de aankomende jaren zéér grote (isolatie) projecten in landen als Polen en Litouwen. Daar is veel werk te doen. Daarnaast hebben we geduchte concurrentie van de Scandinavische landen: de arbeidsomstandigheden zijn daar erg goed en de landen zijn daarnaast makkelijk te bereizen vanuit o.a. Polen. We moeten ons daar bewust van zijn. Kijken we naar kwaliteit, dan is de afhankelijkheid van buitenlandse medewerkers en firma’s, waar we naar mijn idee niet onderuit kunnen, ook een punt van aandacht. De wereld en zeker Europa is heel mondiaal geworden, er wordt veel met buitenlandse onderaannemers gewerkt. Zij kennen de CINI normen en klantspecificaties – zeker in het begin – niet zo goed als wij ze kennen, dat brengt een andere kwaliteit naar hier. Controleren en inspecteren van het werk dat gedaan wordt is de enige manier om ervoor te zorgen dat er volgens de staande standaarden en normeringen gewerkt wordt. Ik ben daarbij wel van mening dat het daarin altijd gaat om een samenwerking. Niemand werkt alleen. Alleen samen komen we tot kwaliteit.”
“Als je een vakman zoekt, zul je hem zelf moeten maken.”
Kritisch vanaf dag 1
“Kwaliteit borgen, dat is eenvoudig gezegd, maar hoe doe je dat? Zeggen dat iets niet goed is, is het makkelijkst, maar je komt pas echt een stap verder samen als je tegelijkertijd met een oplossing komt. Ik vind dat de inspecteur er vanaf dag 1 bij moet zijn. Als je ziet dat het niet goed gaat, moet je ook onmiddellijk kunnen ingrijpen. Dat heb ik weleens anders gezien. Zo was ik vorig jaar op een LNG project in Canada voor een “kwaliteitsissue”. In een Zuid-Europees land waar de modules gebouwd waren, had er volgens de CINI normen geïsoleerd maar ook geïnspecteerd moeten worden. Er zijn destijds vanuit Canada wel meerdere inspecteurs naar Europa gestuurd, maar helaas was (cryogene) isolatie ook niet hun vakgebied. Tijdens gezamenlijke inspecties met alle betrokken partijen kon er enkel beslist worden om het 3-laags cryogeen isolatiesysteem volledig te demonteren en met nieuw materiaal volledig opnieuw te isoleren, ditmaal wel met de juiste focus op kwaliteit. Ca. 10 maanden werk, maar dit keer niet in het zonnige Zuid-Europa maar in veel zwaardere omstandigheden in Canada. Had men al in Europa de isolatiekwaliteit laten inspecteren en correct opgevolgd, dan had men géén ettelijke miljoenen euro’s over de balk hoeven gooien en had men bovendien geen grote vertragingen in de oplevering opgelopen. Een grote aannemer, die ook op Canada LNG actief is, komt nu een cryogeen project bouwen in Nederland. Ik hoop dat zij wel kritisch naar de isolatie gaan kijken en al voor de start van de feitelijke isolatiewerken de nodige isolatie-specialisten aan boord hebben.
Zelf probeer ik kwaliteitsinspecties gezamenlijk te doen met de uitvoerende contractor. Zijn er zaken niet volgens de gevraagde kwaliteit, dan kan het issue ineens besproken worden zodat het isolatiebedrijf dit alsnog in orde kan brengen. Wanneer de aangebrachte kwaliteit wel in orde is, dan mag er ook weleens een schouderklopje gegeven worden. Respect voor de mensen die de klus doen.“
Strengere milieu eisen
“Sinds begin dit jaar worden er opnieuw isolatiecursussen gegeven door de CINI (Academy). Hierin proberen wij o.a. niet enkel gebruik te maken van fotomateriaal waarop zaken te zien zijn die niet goed zijn maar vooral isolatieconstructies te tonen die juist wel goed uitgevoerd zijn. Goed uitgevoerde foto’s worden in de praktijk helaas minder genomen dan foto’s waarop een isolatieprobleem zich voordoet of kan gaan voordoen. Soms heb je deze goede foto’s (of een vergelijk goed / slecht) wel nodig om je punt te maken. En wat is goed? De industrie zit nog heel erg vast aan de basis: als de oppervlaktetemperatuur van de beplating max. 60 graden is, is er geen gevaar om je te verbranden. Maar wat met onnodig energieverlies? Privé moeten wij allen investeren in dakisolatie, dubbel glas, spouwmuurisolatie enz. maar onze woningen komen slechts zeer sporadisch in contact met temperaturen van -10°C (extreem koude winter, weeral een paar jaar geleden) of +40°C (in een zeer warme zomerweek). De duurzaamheidseisen worden strenger en daarom ben ik een voorstander van de invoering van het energielabel voor industriële isolatiesystemen. Het streven om in 2050 klimaatneutraal te zijn is iets waar we niet onderuit komen. We ontkomen er niet aan om veel strikter te kijken naar het voorkomen van energieverlies door beter te isoleren.”
Er is kortom nog veel om over na te denken. Veel om uit te werken om de kwaliteit van isoleren omhoog te brengen. De Europese richtlijnen zorgen ervoor dat er serieus moet worden gekeken naar energiebesparingsmogelijkheden die goede isolatie biedt. Hoe zorg je dat goede isolatie gemeengoed wordt? Hoe doe je dat in de warmte isolatie en hoe doe je dat in de koude isolatie wat een heel andere tak van sport is?
Het zijn zaken die we in de komende edities in meer detail zullen gaan bekijken.
Tekst: Chantal Fransen Fotografie: Eco Services