Energiebesparingsplicht energie-intensieve bedrijven

0
1
Energiebesparingsplicht energie-intensieve bedrijven

Dit voorjaar was het eindelijk zover. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland presenteerde in Den Haag op 16 mei de aanpassingen op de Omgevingswet. De uitkomsten van het traject werden door VIB met enthousiasme begroet. Het vormde voor de isolatiesector het sluitstuk op een lang traject waarin wij met platforms voor industriële energie intensieve bedrijven, het bevoegd gezag en de wetgevende instanties in gesprek zijn geweest over de milieuvoordelen van goede isolatie. De beoogde CO2 doelstellingen zijn voor een belangrijk deel te bereiken door goede aangebrachte thermische isolatie van leidingen, afsluiters en verwarmde tankopslag. Oude isolatie die is beschadigd moet worden vervangen, regelmatige inspecties op energieverliezen en het opnemen van isolatiemaatregelen in de bedrijfsmilieubeleidsplannen, dat is de basis voor besparing van energie, dus vermindering van de CO2-uitstoot.

Het onderzoeksbureau Ecofys stond de Europese organisatie EiiF in voorgaande jaren bij in het berekenen van het energiebesparingspotentieel in de industriële omgeving. Daardoor had de isolatiesector altijd al een goed beeld van de impact die goede isolatie heeft op het milieu. Uit de rapportages blijkt dat verbetering van industriële isolatie voor 10% kan bijdragen aan de Europese doelstellingen van CO2-reductie. EiiF heeft in haar White paper 2020 een mooie illustratie daarover gegeven aan de hand van een rekenvoorbeeld:

“De sector kan beleidsfunctionarissen van goede informatie voorzien.”

Het lag dus voor de hand dat VIB met deze boodschap de markt op moest gaan. Altijd waren er al via het kennisinstituut voor de isolatie NCTI al interessante berekeningen gemaakt die ook de grote besparingsmogelijkheden van isolatie aantoonden. We konden dat beeld als sector verder versterken door beleidsfunctionarissen van goede informatie te voorzien. Vanuit de verwachting dat men breed maatschappelijk wel isolatie zou willen toepassen en energieverliezen op deze manier zou terugdringen startte VIB met een uitgebreid informatietraject naar diverse partijen en instanties. De boodschap bleek echter matig aan te slaan in het begin.

Benaderen van stakeholders

Energiebesparing bleek niet ‘sexy’ genoeg te zijn. Maatschappelijk was er veel meer belangstelling voor opwekking van energie via wind en zon. Energiebesparing was lange tijd een zuiver economische afweging. . De kosten van het aanbrengen is besparende maatregelen werden binnen de bedrijven afgezet tegen de terugverdientijd. Wanneer men echter de totale energierekening plaatste op de algemene exploitatiekosten, dan was de financiële stimulans om maatregelen te nemen vaak erg beperkt bij die bedrijven. Hoewel investeringskosten voor duurzame energieopwekking verhoudingsgewijs hoger konden uitvallen dan isolatiemaatregelen kozen bedrijven toch voor opwekking van energie en minder voor isolatiemaatregelen. In 2015 merkte de nieuw aantreden VIB-voorzitter Hans Koole dat heel duidelijk. De bedrijven zagen geen belang voor extra energiebesparende maatregelen. Isolatie was eigenlijk oninteressant als het niet direct proces gerelateerd was. We noemen dit: procesintegriteit bewaken. Met andere woorden, als de vloeistoffen in de transportsystemen maar op temperatuur bleven was het vaak al voldoende. Extra energieverlies liet men voor wat het was.

Het wettelijk kader leverde via diverse regelingen niet de overal noodzakelijke druk om meer energie te besparen dan dat het bedrijf zelf nodig achtte. Dat merkte Hans Koole. Hij had als resultaatgebied het zichtbaar maken van de isolatiesector bij eindgebruikers, overheden en energieadviseurs. De BV Nederland zat niet te wachten op extra lastendruk en vaak werd extra energiebesparing een lagere prioriteit weggezet.

De klimaatdiscussie zorgde echter voor een andere invalshoek. Om de opwarming van de aarde te beperken zou de CO2-uitstoot drastisch moeten worden terugbracht. Deze boodschap was dwingender. Voor VIB was dat ook het moment om op verschillende niveaus te wijzen op de mogelijkheden van monitoring op isolatiemaatregelen om die klimaatdoelstellingen halen. VIB benaderde werkgeversorganisaties, platforms voor klimaatdiscussies, overheden, bevoegd gezag om te laten zien dat isolatie het meest kostenefficiënt is bij maatregelen voor CO2-reductie.

De Europese koepel EiiF vormde met haar rapportage over energiebesparing een objectieve basis die kon worden gebruikt in de gedachtewisselingen tussen VIB en de genoemde partijen. De boodschap was krachtig en ook simpel: Het aanpakken van niet-geïsoleerde apparatuur en het repareren van beschadigde isolatie levert op Europees niveau een CO2-reductie van 44,8 Mton per jaar op (voor Nederland: tussen de 1 en 2 Mton), waarbij er vaak sprake is van zeer korte terugverdientijden (minder dan een jaar). Met andere woorden: de investering levert ook voor de bedrijven een netto kostenbesparing op.

Investeringen in isolatie leveren bedrijven ook een netto kostenbesparing op.

Ontwikkeling van ander beleid

Bij de overheid zat men niet stil overigens. De Europese klimaatmaatregelen werden steeds concreter en dwingender. In Nederland zochten de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO, het Ministerie van EZK en de regionale inspectiediensten naar instrumenten om verdere CO2-reductie vorm te kunnen geven. Daarom werd onder andere VIB diverse malen benaderd voor informatie over energiebesparingsmaatregelen via isolatie. Daarbij ook de vraag hoe je dat het beste kon controleren. De voorzitter van VIB Hans Koole was in de loop der jaren bekend geworden als boegbeeld van de isolatiesector op dit dossier. VIB werkte er intensief aan dat haar beweringen ook objectief konden worden gecheckt. Daarom ging VIB in gesprek met invloedrijke partijen en opstellers van rapporten om zo nodig de door hen ingenomen standpunten nog eens onder de loep te laten nemen als er besparingsmogelijkheden over het hoofd werden gezien of zelfs werden genegeerd.

Een aardige impressie over de veelheid van onderzoeken en betrokken partijen is te zien op de VIB-website onder dossiers: energiebesparing industrie.

Handhaving en rapportageverplichting

VIB meende dat er bij de energie-intensieve bedrijven veel laaghangend fruit was te vinden als je keek naar energiebesparingsmaatregelen. Dat werd ook door derden bevestigd. Een sterke controle daarop door het bevoegd gezag zou een goede stap in de richting zijn. De mogelijkheden daartoe en beperkingen werden vanuit meerdere invalshoeken bekeken en besproken met partijen. Het politieke traject werd daarbij ook in ogenschouw genomen. Waar dat mogelijk was benaderde VIB direct of indirect volksvertegenwoordigers om hen erop te wijzen dat je met thermische isolatie veel kan bereiken in CO2-reductie.

Gaandeweg leken partijen in eenzelfde richting te gaan denken: Ook de energie-intensieve bedrijven en de bedrijven die werken met CO2-emissierechten (ETS) moesten onder de energiebesparingsplicht vallen. Iets dat tot voor kort niet zo was en waardoor veel laaghangend fruit qua besparingsmogelijkheden bij die bedrijven die niet werd benut.

Energiebesparingsplicht concreet vormgegeven

Tijdens de genoemde bijeenkomst in Den Haag werd op een overzichtelijke manier uiteengezet wat er ging veranderen op het vlak van energiebesparing bij de energie-intensieve bedrijven. Alle energie-efficiënte maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder zijn verplicht. Elke 4 jaar moet daarover worden gerapporteerd. Dit wordt vanaf 2023 uitgebreid naar ETS-bedrijven en vergunning plichtige bedrijven. Doelmatig beheer en onderhoud is een prestatie eis geworden. Wettelijk is dit nu verankerd in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) en Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) binnen de Omgevingswet.

De verplichting om daadwerkelijk te onderzoeken waar er energie kan worden bespaard is nu aanwezig. Voor onze sector was het goed om vast te stellen dat na al die jaren isolatiemaatregelen daarin concreet werden genoemd. Zie bijgaande sheet op de linkerpagina uit de presentatie in Den Haag

De Omgevingswet benoemt concrete isolatiemaatregelen.

Branchebelang in het maatschappelijk perspectief

Het bovenstaande laat in hoofdlijnen zien waar de isolatiesector haar maatschappelijke bijdrage heeft kunnen leveren in de klimaatdiscussie binnen Nederland. Als een van de weinige Europese landen worden concrete stappen door Nederland gezet in het nemen van isolatiemaatregelen bij de grotere bedrijven. Iets wat dus voorheen niet zo was. VIB heeft kans gezien om via haar bestuurlijk proces dit neer te zetten op een maatschappelijk verantwoorde manier. Terugkijkend kan VIB blij zijn met de ontwikkelingen. De concrete uitwerking van maatregelen zal zijn weg gaan vinden bij de bedrijven die op deze wijze nog niet bezig waren met CO2-reductie via isolatie. Waar dat mogelijk is zal VIB de kennisoverdracht bevorderen richting inspectiediensten en richting asset owners. Met energieadviseurs zal daarnaast worden gekeken hoe via de techische specificaties voor renovatie en nieuwbouw beter kan worden ingespeeld op de nieuwste ontwikkelingen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in