Corona, de economische globalisering, de energietransitie en milieumaatregelen beheersen momenteel het ondernemerschap. In een dergelijke dynamische tijd is het nodig om extra alert te zijn op samenwerkingsvormen en communicatie en tevens na te denken over verdienmodellen. Isolatie4all sprak hierover met René de Schutter, Business Development Manager bij Bilfinger Tebodin en voorzitter van FedEC, de federatie van energieconsultants.
Sinds zes jaar is De Schutter werkzaam bij Bilfinger Tebodin. Dit van oorsprong Nederlandse bedrijf werd in 1945 opgericht als technisch bureau voor de ontwikkeling van de industrie en richtte zich aanvankelijk vooral op de wederopbouw daarvan, na de Tweede Wereldoorlog. Sinds 8 jaar is Tebodin, als ‘engineeringshuis’ onderdeel van Bilfinger. De Schutter houdt zich daar bezig met alle business development en sales, gelieerd aan de industriële energietransitie. Daarnaast is hij voorzitter van FedEC, de federatie van energieconsultants.
Het afgelopen jaar was een bizar jaar. Heb je het idee dat samenwerkingen onder de coronacrisis te lijden hebben gehad of zijn die juist versterkt?
Als eerste heeft de coronacrisis ervoor gezorgd dat onze communicatie sneller verloopt; fysieke afspraken worden een stuk minder gemaakt en zijn vervangen door overleg via Teams en Zoom. Daarnaast is door Corona het besef ingedaald dat de economie sterk verbonden is met de energietransitie en het klimaatprobleem. De manier waarop we daarin samenwerking vormgeven wordt door Corona versterkt. Er komt daardoor sowieso meer ruimte om de energietransitie aan te pakken, niet in de laatste plaats omdat beslissers beseffen dat energie en klimaat bepalend zijn voor ons bestaan. Dat leidt tot meer investeringen.
Bilfinger Tebodin adviseert bij technische projecten en verzorgt projectmanagement in heel Europa en het Midden-Oosten. Dat betekent samenwerking met andere en sterk verschillende nationale- en bedrijfsculturen. Hoe bereid je je daarop als bedrijf het beste voor?
Je ziet momenteel dat samenwerkingsvormen tussen bedrijven sneller en gemakkelijker ontstaan, ook internationaal. Ondernemers beseffen steeds meer dat samenwerking noodzakelijk is om oplossingen met betrekking tot de energietransitie te bedenken. Zo zijn er inmiddels zo’n veertig grote spelers die installaties ontwikkelen voor industrieel gebruik van waterstof. Nederland heeft een cultuur die duidelijk meer dan elders op samenwerking gericht is. Dat maakt dat er gemakkelijker naar ons geluisterd wordt en dat onze instelling beter beklijft. Ook bij Bilfinger zie ik dat in positieve zin veranderen. Nationale- en bedrijfsculturen raken daardoor ondergeschikt aan het klimaatprobleem als groter doel en overheden faciliteren daarin steeds meer als het gaat om subsidieverstrekking of het verlenen van fiscale maatregelen. De internationale cultuurverschillen vervagen dus.
Merk je als voorzitter van FedEC dat er in de verschillende gremia andere en/of nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan?
Als branche-achtige vereniging van adviseurs merken we dat bedrijven meer focussen op het belang van energiebesparing en klimaatoplossingen. Zij moeten daar in mee en dat vereist nieuwe samenwerkingsvormen. Dat leidt weer tot meer kennisbehoefte en daarom hebben we tijdens de Nationale Klimaatdag in oktober, onder leiding van RVO en VEMW het Platform Verduurzaming Industrie opgezet. Wij zijn daar als kennispartner bij betrokken. De industriesector kan daar met vragen terecht. Met de informatie en kennis die we daarmee bieden kunnen bedrijven beter tot samenwerkingsverbanden komen, bijvoorbeeld als het gaat om sparren of gezamenlijke research.
De thermische isolatiebranche heeft in FESI een internationale koepelorganisatie, maar de daadwerkelijke werkzaamheden vinden veelal regionaal plaats door MKB-bedrijven. Vind je dat de branche meer de focus moet gaan leggen op internationale samenwerking? Zo ja, wat is daarvoor dan nodig?
Dat moet sowieso, in brede zin en over de volle keten. In ieder geval is het ook zaak dat we bestaande technologieën meer gaan toepassen om CO2-reductie te bereiken en warmteverlies te beperken. Meer isoleren is daarbij voor de industrie erg belangrijk, zowel nationaal als internationaal. Door je als Nederlands bedrijf meer te focussen op internationale partners, kun je komen tot nieuwe verdienmodellen en dat is natuurlijk goed voor de bedrijfscontinuïteit. Op het gebied van thermische isolatie valt er dus nog veel te scoren. Dat wordt nog onderstreept door het bericht van het International Energy Agency (IEA), dat het laatste jaar mondiaal een van de slechtste jaren is geweest als het gaat om energiebesparing. Dat komt tevens door een gebrek aan aandacht en meer samenwerking tussen (internationale) bedrijven kan helpen om ons weer op het goede pad te krijgen.
Tips voor isolatieondernemers
• Doe volop en actief mee met de energietransitie, door mee te denken, te sparren en research uit te (laten) voeren
• Wees bereid om risico te nemen
• Kijk naar andere verdienmodellen en zie de kansen
• Kijk naar alternatieve en effectievere werkwijzen
• Kijk met open vizier naar de toekomst en werk samen