Boeien en binden hoe bereik én behoud je nieuwe medewerkers

0
1

Jongeren enthousiast maken voor het vak techniek, het is een lastig vraagstuk waar in deze tijd steeds meer aandacht aan besteed wordt om de mensen aan te trekken die nu zo nodig zijn. Maar er zitten meer kanten aan het HR wervingsbeleid, want hoe hou je de mensen die je hebt en hoe zorg je ervoor dat de oudere medewerker zo lang mogelijk op een goede manier kan blijven werken. Ik spreek erover met Jack Lenssen en Peter Seelt, respectievelijk regiomanager en HR manager bij Brand Energy.

“Aan alle kanten knelt het,” vangt Jack aan. “Met de handen werken is voor veel jongeren geen aantrekkelijke keuze. Daarnaast hebben we te maken met een arbeidsmarkt waar iedereen op veel andere plekken makkelijk terecht kan én hebben we te maken met een sterk vergrijzend personeelsbestand. Daar moeten we wat mee.” “Boeien en binden is daarin ons motto,” vult Peter aan. “We moeten ervoor zorgen dat het aantrekkelijk wordt om voor een vak te kiezen in een van onze disciplines én daarnaast moeten we ze binnen zien te houden.”

Jack Lenssen
Jack Lenssen

Een lastige som

“Op ons hoofdkantoor in Capelle aan den IJssel hebben we een recruiter die zich hier specifiek mee bezig houdt. Met, naast de gebruikelijke middelen bijvoorbeeld ook door het instellen van wervingsbonussen voor interne medewerkers die nieuw potentieel aanbrengen. Dat werkt, maar het wordt steeds lastiger. De pool waar we in vissen wordt steeds kleiner door het grote tekort aan vakkrachten in de technische sector. Lange tijd hebben we in onze maatschappij de maakindustrie niet belangrijk gevonden en dat begint nu te wringen. Daarin speelt ook mee dat er in het reguliere onderwijs geen specifieke opleidingen zijn in ons vakgebied, dat maakt het extra ingewikkeld om aan goed vakpersoneel te komen. In samenwerking met de VIB stippelen we strategieën uit hoe we mensen kunnen bereiken en binnenhalen. Het is één van de hoofddoelstellingen van de VIB voor de komende jaren. Ook de OOI sluit hierin aan en houdt zich, meer dan voorheen, nu ook bezig met werving. Isolatiebedrijven, het OOI, de branchevereniging, intermediairs die de wegen naar subsidies weten te vinden en overheden: We moeten de handen ineenslaan om resultaten te behalen. De intenties zijn er en er wordt veel actie ondernomen, maar welke concrete resultaten het op zal leveren, dat wordt nog een lastig sommetje.”

“We zien een steeds grotere waardering voor ons, vakspecialisten.”

Doorgroeimogelijkheden

“We hebben een mooi vak waarin er voor diegene die dat willen en kunnen voldoende doorgroeimogelijkheden zijn. Met het bieden van opleidingen en baanzekerheid te verschaffen proberen we de mensen te bereiken. Maar ook intern is er werk aan de winkel. Door opleidingen te bieden voor diegenen die door willen groeien in hun vak bijvoorbeeld. Met persoonlijke ontwikkelplannen houden we de vinger aan de pols bij de medewerkers. Dat kan gaan over carrièrewensen, maar ook over zaken als: is het werk dat je nu doet op deze wijze voor jou nog wel vol te houden? Zeker bij de oudere generatie is het belangrijk daar tijdig bij stil te staan. En dan zouden we dit type vragen eigenlijk al moeten stellen bij veertigers en vijftigers. Dat zijn geen eenvoudige vragen, je wilt er op die leeftijd natuurlijk nog niet aan denken om een andere richting op te gaan, toch is het zinvol om hier in een vroeg stadium al aandacht voor te hebben. En er zijn voldoende verdiepingsslagen te maken in ons vakgebied waarmee je op een prettige manier de pensioengerechtigde leeftijd ook kunt halen. We moeten hier over nadenken. En niet alleen wij, als Brand Energy, of branchebreed. We zouden als Nederland moeten nadenken over hoe we omgaan met mensen die fysieke arbeid verrichten.”

“Ondanks dat isolatie praktisch niet zichtbaar is, zijn er erg veel gepassioneerde mensen in ons vak.”

Verzuimbeleid

“Juist de medewerkers met de meeste ervaring zijn de vakmensen waar je een tekort aan hebt. Het zijn die vakkrachten die de jonge medewerkers begeleiden. Die jonge kracht kan het zwaardere werk binnen het team oppakken en tegelijkertijd leren van zijn oudere collega. Maar dat is uiteraard niet oneindig. Ergens zit daar een knip. We zien ook dat in goed lopende teams de collega’s elkaar helpen, maar ook de hand boven het hoofd houden, als voorman moet je hier goed zicht op houden. Organisatorisch spelen we hierop in door elke twee maanden de verzuimcijfers door te spreken in een team waarin naast de teamleider ook de bedrijfsarts en verpleegkundige zitten. Per verzuim wordt er gekeken naar wat er aan de hand is en welke stappen er kunnen worden genomen om uitval te voorkomen of tot een minimum te beperken. We zijn nu bezig om een grote groep verzuimtrainingen te geven waarin teamleiders leren signaleren, verzuim- en slechtnieuwsgesprekken aan te gaan en waarin ook de wet Poortwachter wordt uitgelegd. Preventief handelen en alternatieven bieden is belangrijk om mensen aan het werk te houden.”

Te behalen efficiencyslagen

“Arbotechnische aspecten en technische oplossingen, ook daar zouden we meer naar kunnen kijken. En er zijn wel ontwikkelingen, maar die gaan veelal over het transport van de materialen naar de werkplaats toe of liggen op productniveau. Het gaat om handzamere gewichten, maar de montageplek zelf blijft een lastige. Doordat wij procentueel gezien een vrij kleine sector zijn blijven de ontwikkelingen die uit de markt komen beperkt. Er zijn wel wat innovaties geweest en er is een zekere digitaliseringsslag gemaakt, maar in de ruim 30 jaar dat ik nu in het vak zit is er feitelijk heel weinig veranderd in de isolatie. Wellicht zorgen de uitdagingen die er nu liggen ervoor dat daar nu verandering in komt. Waar in ieder geval nog wel slagen te behalen zijn is in het vergroten van de efficiency. Door multidisciplinair te werken bijvoorbeeld, of de planningen beter op elkaar aan te laten sluiten.

We zien dat ook de opdrachtgever zich realiseert dat het manpower probleem niet alleen bij ons ligt. Dat vertaalt zich in het feit dat we steeds vaker in een vroeger stadium worden betrokken. Dat is fijn. Daar spreekt waardering voor ons vak uit. Dat motiveert en zorgt ervoor dat we steeds meer als de vakmensen worden beschouwd die wij ook zijn.”

Tekst: Chantal Fransen Fotografie: Jack Lenssen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in