Rob Engelaar, COO van Bilfinger Industrial Services en Bilfinger ROB waar hij verantwoordelijk is voor de operatie Nederland, maakte 10 jaar geleden de switch naar de industrie, daarvoor werkte hij 20 jaar in de logistieke sector. De kennis en ervaring die hij in beide sectoren opdeed hebben hem een breed blikveld gegeven en daarmee een duidelijke mening over wat er speelt in onze branche en welke prioriteiten er te leggen zijn. Ik spreek Rob onder andere over de kansen die er nu in de markt liggen en de uitdagingen die er zijn om die kansen ook te kunnen pakken.
Er is maar één prioriteit en dat is bemanning.
“Elke sector heeft zijn eigen kenmerken. Waar de logistiek sterk is in procesinrichting en dagelijks stuurt op het behalen van de meest optimale efficiency, ligt de blik van de industrie op vakmanschap en het optimaliseren van de veiligheid. Het is goed om je over branches heen te bewegen, het is iets wat ik met mijn eigen mensen ook oppak. Een horizontale ontwikkeling in je carrièrepad, daar kun je alleen maar veel van leren. Ook binnen Bilfinger zijn we breed georiënteerd, we hebben praktisch alle disciplines in huis. Isolatie, steigerbouw, schilderen, tracing en piping & mechanical: alle trades binnen de industriële dienstverlening hebben we onder onze paraplu. Met het multidisciplinaire dienstenpakket dat wij de markt bieden leggen we tevens de te behalen efficiencyslagen bij onszelf neer. Zo blijven we continu in beweging. Net zoals de branche zelf.”
De branche is in beweging
“Er ligt op dit moment veel werk. In de Covid periode zijn er veel minder onderhoudswerkzaamheden verricht. Dit achterstallige onderhoud moet nu worden opgepakt.
Daarnaast zorgen overheidsmaatregelen ervoor dat er een verduurzaamheidsslag gemaakt moet worden. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat er de komende tijd veel werk te doen is. Nog meer als je je bedenkt dat er ook weer veel nieuwbouw wordt gestart. Onder andere bij Shell, Ineos en Neste staan er grote projecten op de planning. De vooruitzichten qua werk zijn dus heel goed. Alleen… de mensen zijn er niet voldoende om de werkzaamheden tijdig uit te voeren. Dat is een uitdaging.”
Grote personeelstekorten
“Op alle niveaus, zowel bij de opdrachtgevers als bij de contractors, zijn ze er gewoon niet. Niet alleen bij de mannen in overall, maar ook in middenkaderfuncties is er onvoldoende instroom. En waarom? De verdiensten zijn goed, daar ligt het niet aan. Het lijkt alsof werken in de industrie gewoon niet aantrekkelijk gevonden wordt. En dat is een generiek Nederlands thema: de jeugd wil niet met zijn handen werken. De interesse in een technische opleiding is klein. Daar moet iets in veranderen. We hebben de handen simpelweg nodig. Zelf hebben we daar al allerlei kanalen voor aangeboord, maar dat heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. We blijven daardoor voorlopig nog afhankelijk van buitenlandse arbeidskrachten. Als ik kijk naar de isolatiebranche dan komt een groot deel van de isoleerders op dit moment uit landen als Polen, Litouwen, Roemenië en zelfs zover als Azerbeidzjan. Die grens van waar we ze vandaan moeten halen schuift steeds verder op. Een ontwikkeling die we ook vóór de Oekraïne crisis zagen. Ook de jongens uit Polen zoeken met de toegenomen welvaart daar steeds vaker naar werk dat zich niet buiten afspeelt. Komt bij dat het deel aan eigen Nederlandse werknemers snel vergrijst en binnen 5 tot maximaal 10 jaar zullen uitstromen.”
Als we nu niets doen, komen ze straks niet meer
We hebben Nederlandse vakkrachten nodig
“We lopen tegen onze grenzen aan. De instroom aan vakmensen is praktisch nul. In de praktijk én aan de opleidingen. En dan lopen we ook nog eens tegen praktische problemen aan. Zo mag je in de industrie pas met 18 jaar een terrein op, terwijl de jongens en meiden al op hun 16e van het VMBO komen. In die twee jaar dat ze niet bij ons mogen komen, lopen we ze mis. In samenwerking met de overheid en de VIB zijn we nu bezig om te kijken of we met wat aanpassingen leerwerktrajecten kunnen creëren waarin het risico beperkt is en de afgestudeerde VMBO-ers toch binnen te trekken zijn. We hebben ze hard nodig om over een paar jaar ook de middenkaderfuncties gevuld te krijgen.”
Eigen opleidingscentrum
“Waar voorheen de opleidingen geoutsourced werden, is de wens tot het zelf opleiden van personeel in deze tijd gegroeid. Via het Bilfinger Skills Center doen we twee dingen in ons opleidingscentrum Roosendaal: als de mensen nieuw binnenkomen worden ze hier getest om te zien wat het vakmanschapsniveau is, maar belangrijker nog is dat we onze eigen krachten en vaste pool van inhuurkrachten hier een bijscholingsprogramma laten doorlopen om hun vakmanschap en veiligheidsbewustzijn te vergroten. Niet uit controle, maar juist als waardering, wat uiteindelijk moet leiden tot een stukje retentie.”
Als Shell aan de bel trekt spreekt dat meer aan dan als Bilfinger iets onder de aandacht wil brengen
We moeten Nederland aantrekkelijk maken en houden voor buitenlandse vakkrachten
“Zolang we nog onvoldoende Nederlandse instroom hebben om de arbeidsplekken die we nodig hebben in te kunnen vullen, blijven we afhankelijk van de vakkrachten uit Oost-Europa. We moeten ervoor zorgen dat zij voor Nederland blijven kiezen. Het maakt hen namelijk niet uit waar ze in Europa werken. Zij kijken naar het uurtarief en het aantal uren dat ze kunnen maken. Werken liever 50 uur, dan de voor ons gebruikelijke 40. Daar is het onderhoudsregime in Nederland niet op ingericht. Ze willen veilige werkomstandigheden en gerespecteerd worden om hun vakmanschap.”
“Goede woonomstandigheden zijn daarin net zo belangrijk. Daar waar in Noorwegen wooncomplexen zijn gerealiseerd die van alle gemakken zijn voorzien, wordt in ons land de huisvesting overgelaten aan de uitzendbureaus bij wie we de arbeidskrachten inhuren. Waarom zorgen we zelf niet voor goede huisvesting voor die mannen? Het zijn tijdelijke woonunits die nodig zijn om Nederland aantrekkelijk te maken als werkplek. Ze komen niet om zich te vestigen, ze komen puur en alleen om te werken. Zijn serieus en hebben een groot werkethos. We zijn afhankelijk van ze en moeten goed voor ze zorgen. Goede huisvesting is daar een groot onderdeel in.”
Belang van goede huisvesting
“In Nederland zien we het huisvesten van de buitenlandse krachten nog teveel als probleem. Ik pleit ervoor om het niet als probleem, maar als oplossing te zien. Wat we nu zien gebeuren is dat de vele mensen die nodig zijn voor de geplande turnaround bijvoorbeeld nu in vakantieparken verblijven. Waarom zou je daar geen flatgebouw voor bouwen? We zijn afhankelijk van deze mannen, het is zaak dat we goed voor ze zorgen, voordat ze straks niet meer voor ons kiezen en elders gaan werken. Ik bespreek dat ook met onze opdrachtgevers. Het boeiende aan de grote spelers in de industrie is echter dat ze hier tot op heden beperkt aandacht aan besteden, zolang het nog goed gaat. De arbeidskrachten zijn er immers nog. Het besef dat dat in de toekomst wel anders kan zijn begint nu gelukkig wel te komen. En we hebben ze nodig. Als ik als Bilfinger iets onder de aandacht breng bij de politiek dan spreekt dat niet zo luid als bijvoorbeeld een Shell dat doet natuurlijk. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat we deze jongens binnenhalen en houden, zolang er nog onvoldoende Nederlandse krachten zijn om het vele werk dat er ligt te klaren.”
BIO
Rob Engelaar, COO van Bilfinger Industrial Services en Bilfinger ROB waar hij verantwoordelijk is voor de operatie in Nederland. Daarnaast is hij bestuurslid bij de Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven, VSB en het VIB. Eerder werkte hij in de logistieke sector voor bedrijven als PostNL en TNT.
Tekst: Chantal Fransen
Fotografie: Bilfinger Industrial Services