De spoeling wordt dun, zo blijkt. En dat, terwijl de veranderingen in de energie- en ketelsector hard gaan. Hoe moet dat verder? Hennie Vollenbroek oud-directeur en mede-eigenaar Hilux5, die met zijn jarenlange ervaring in o.a. de engineering van isolatiesystemen in ketelinstallaties, heeft daar wel een mening over. Hij merkt dat steeds minder mensen beschikken over specifieke isolatietoepassingen bij ketelonderhoud.
Henny Vollenbroek
“Nederland wil zo veel mogelijk hoogwaardige energie (elektrische energie) produceren.”, vertelt Vollenbroek. “Dat vraagt om steeds hoger rendement van de energy centrales en geen ongeplande stops. De vele wisselingen in het start/stop in het bedrijf vraagt andere oplossingen. Deze moeten zorgen veel meer rendement bij verbranding van biomassa en afval. Isolatie maakt daar een belangrijk onderdeel uit, want het energieverlies in de industrie kan sterk verminderd worden door het toepassen van isolatie. Volgens een recente studie naar het energie- en CO2-besparingspotentieel van isolatie in de industrie van de EU-272 kan op dit moment 3-4% van het energiegebruik in de industrie bespaard worden door het isoleren van niet geïsoleerde oppervlakken en het repareren van beschadigde isolatie. Daarbij levert goed onderhoud en consequente isolatie minder uitstoot van CO2 en verhoogt isolatie bovendien de veiligheid, maar dan moet het wel op een goede verantwoorde manier gebeuren wat kennis vereist van de verschillen van de temperaturen in de ketel die het uitzettingsgedrag bepalen”, aldus Vollenbroek.
Grootste bedreigingen
“Dit vormt een enorme uitdaging voor de engineering van ketels, kanalen, piping en isolatie. Deze bewegingen moeten namelijk zo worden opgevangen in de systemen dat zij geen onbedoelde spanningen en schade veroorzaken. Immers, een installatie bestaat nu eenmaal uit meerdere apparaten die met elkaar verbonden zijn door rookgaskanalen en leidingen. Het opvangen van die bewegingen is een specialisme. Volgens Vollenbroek gaat er op dit gebied heel veel mis. “Er zijn weinig engineers en bedrijven die deze tak van sport werkelijk beheersen. Zowel nieuwkomers als gerenommeerde bedrijven gaan de fout in. Daarbij is in de loop der jaren steeds minder aandacht en dus een terugloop in expertise gekomen voor deze problematieken. Zeker in Nederland, omdat er nauwelijks meer bedrijven zijn die deze rol kunnen en mogen vervullen. Onderhoud en modificaties aan de installaties worden veelal door contractors uitgevoerd die niet altijd de kennis en kunde in huis hebben om de veranderingen en risico’s te herkennen en technisch te managen.”
Ervaring
“De vakkennis om mee te denken in de totaaloplossing en de ervaring is er bijna niet meer”, vindt Vollenbroek. “In feite kun je pas meepraten wanneer je ervaring hebt met isolatie, bemetseling, flex overgangen en bedrijfsvoering van de installaties. In de loop van de jaren is er veel is veranderd in het huidige beleid ten aanzien van start/stop procedures in bedrijven”, merkt hij op. “Wat veel problemen met zich meebrengt in het uitzettingsgedrag dat meestal op te lossen door het toepassen van de juiste isolatiematerialen zodat de rookgaskanalen en ketels uitzetten zoals het oorspronkelijk bedoeld is. Met het ontwerpen en aansluiten van een stoomleidingensystemen moet dus expansie van materialen in acht worden genomen Daarnaast is het belangrijk om ook appendages en flenzen te isoleren.”
Multidisplinaire aanpak
Vollenbroek pleit voor een multidisplinaire aanpak. Want zegt hij: “de problemen zitten niet alleen in het mechanische deel van de installatie, maar ook in de isolatie. Dat vergt een benadering waarbij de ketelbouwer, het onderhoudsbedrijf en de isoleerder betrokken worden.“ Hij doet zelf regelmatig inspecties en ziet vaak ter plekke hoe het opgelost moet worden. In de meeste gevallen gaat het om een scheur in bijvoorbeeld het rookgaskanaal met alle gevolgen van dien. “Dan maak ik eerst een inventarisatie betreffende de bedrijfsvoering van de ketel, hoe snel wordt die opgestart, het aantal stops, de conditie van het materiaal, hotspots, uitzettingsverschillen en/of isolatie inwendig of uitwendig is. Vaak zie je dat de inwendige isolatie deels is weggeblazen door scheurvorming. Vervolgens gaan we kijken wat de mechanische oplossingen zijn en welke isolatie we gaan toepassen: inwendig of uitwendig of een combinatie hiervan. Door mijn ervaring weet ik wat er te doen staat en kan ik de klant voorzien van een goed advies. Mijn ervaring in isolatie is gebaseerd op: Goed luisteren naar klanten en meedenken in oplossingen. Ik heb mijzelf laten voorlichten bij leveranciers en fabrikanten van isolatiemateriaal en verdiept in het productieproces van de isolatie en het aanbrengen daarvan. Door goed te luisteren komen we verder in dit verhaal. Isolatie is heel belangrijk voor het schadeverhaal op het patroon van de mechanica van de ketels. We praten over ketels met hoge temperaturen dat een speciale manier van isoleren vereist. Het zijn ketels van wel 100 meter (kolencentrales) hoog.
Bij HRSG-installaties wordt de binnenkant van de rookgaskanalen met speciale isolatie voorzien die tegen hogere temperaturen bestand zijn. De materiaalkeus voor leidingen hangt af van de toepassing en gewenste temperatuur. Veel gebruikte isolatiematerialen zijn o.a. de veilige keramische wol (Superwol en Insulfrax) of pyro bloc dat zijn blokken van 300 x 300 mm die veel worden toegepast in de petrochemie en thermische isolatie-oplossingen (inwendig) in warmtestralingssecties en HRSG-kanalen. Verder worden ook isolatiematrassen of isolatiedekens die bestand zijn tegen temperaturen tot 1400 graden Celcius toegepast die in meerdere lagen worden aangebracht tot wel een dikte van 250 mm en vervolgens worden afgedekt met een rvs-plaat. Wat een goede isolatie geeft bij ketels van 900 graden (inwendig) en waarbij de buitenwand maar 50 graden warm wordt. Met deze kennis en ervaring van meer dan 40 jaar kan ik de klanten een juiste oplossing aanbieden.
Ervaring en kennis blijven opdoen
“Deze ervaringen wil ik graag delen zolang ik nog actief kan blijven in deze markt. Gelukkig wordt er meer aandacht aanbesteed. Het NCTI gaat zelfs trainingen geven over technische isolatiematerialen, van -200°C tot 2000 °C.
Een goede zaak”, merkt Vollenbroek tot slot op.