Slim isoleren: van bijzaak naar strategische winst voorindustrie en klimaat

0
2
v.l.n.r.: Maarten Smeding, Christiaan de Laat, Berry Branten, Laurens Eckebus en Tom Zevenhoven

Technische isolatie is misschien niet het meest zichtbare onderdeel van een industriële installatie, maar wel een van de meest effectieve maatregelen. Tijdens Industrial Heat & Power gingen vier experts in gesprek over de toekomst van industriële isolatie. Hun conclusies waren opvallend eensgezind: wie nu slim investeert in isolatie, maakt processen betrouwbaarder, bespaart energie én voorkomt corrosie en stilstand. Aan tafel zaten Christiaan de Laat (DCMR), Berry Branten (Branten Isolatie Technieken), Laurens Eckebus (Chabel) en Tom Zevenhoven (Bilfinger Industrial Services), onder leiding van Maarten Smeding.

Wettelijke kaders en rendement: isoleren móét en loont

Christiaan de Laat, senior vakspecialist energie bij de DCMR, ziet dat isolatie nog te vaak onderaan de prioriteitenlijst staat, terwijl de verplichtingen helder zijn. “Het Besluit Activiteiten Leefomgeving schrijft voor dat bedrijven alle energiemaatregelen moeten nemen die zich binnen vijf jaar terugverdienen,” zegt hij. Isoleren van leidingen, flenzen en appendages hoort daar vanzelfsprekend bij. De cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zijn overtuigend: optimalere isolatie kan jaarlijks 2,3 petajoule besparen—vergelijkbaar met veertig moderne windturbines.

Toch blijft uitvoering achter. Isolatie wordt nog te vaak gezien als cosmetisch, terwijl het directe invloed heeft op energieverbruik, veiligheid en emissies. Steeds meer bedrijven laten daarom een TIPCHECK-analyse uitvoeren, die exact laat zien waar warmte weglekt en welke maatregelen het snelst renderen. De Laat pleit voor integratie van isolatie in bredere duurzaamheids- en onderhoudsdoelen. “Wie integraal kijkt, voorkomt verspilling en draagt automatisch bij aan de energietransitie.”

Bewustwording: inzicht als krachtigste motor

TIPCHECK-expert Berry Branten ziet dagelijks dat bedrijven weinig zicht hebben op hun energieverlies. Tijdens audits laat hij klanten letterlijk zien wat het kost om niet te isoleren. “Eén DN150-afsluiter op 150 °C verliest zoveel energie dat je er een elektrische auto twintigduizend kilometer per jaar mee kunt laten rijden.” De gemiddelde terugverdientijd van een isolatiematras is 1 tot 1,5 jaar; daarna verandert elke besparing in pure winst.

Praktische bezwaren, zoals het idee dat isolatie onderhoud belemmert, vindt Branten achterhaald. Moderne matrassen met klittenbandsluitingen zijn eenvoudig te verwijderen en terug te plaatsen. Bij veel bedrijven is geen sprake van onwil, maar van gebrek aan kennis. Daarbij loopt Nederland achter op buurlanden. “In België zijn isolatie-eisen gekoppeld aan gasaansluitingen. In Duitsland isoleren ze standaard dikker. Wij werken soms met bestekken uit de jaren tachtig.” Branten pleit daarom voor een normenkader of keurmerk dat kwaliteit borgt én voor het betrekken van isolatiebedrijven in de ontwerpfase. “Vertel niet hoe het moet, maar wat je wilt bereiken.”

“Betrek isolatiebedrijven en niet aan het einde

Innovatie: flexibel isoleren waar standaardmaterialen tekortschieten

Laurens Eckebus van Chabel liet zien hoe nieuwe materialen praktische problemen kunnen oplossen. Hij presenteerde Chabel Thermo Protect, een flexibel, zelfklevend en vochtwerend isolatiemateriaal dat temperaturen tot 280 °C aankan. “Traditionele isolatie werkt uitstekend voor grote oppervlakken, maar niet altijd op moeilijk bereikbare plekken of onderdelen die regelmatig worden geïnspecteerd,” zegt hij.

Thermo Protect is eenvoudig te verwijderen en opnieuw te gebruiken, UV-bestendig en sluit vocht buiten—cruciaal voor het tegengaan van corrosie onder isolatie (CUI). Volgens Eckebus draait het niet om de keuze tussen traditionele en innovatieve isolatie, maar om slimme combinaties. “Zo kun je warmteverlies minimaliseren én onderhoud vergemakkelijken.” Bedrijven omarmen de techniek snel wanneer ze merken hoeveel tijd en risicoreductie het oplevert. Innovatie verspreidt zich het snelst door praktijkvoorbeelden en kennisdeling.

Uitvoeringspraktijk: planning, druk en integrale afstemming

Tom Zevenhoven van Bilfinger ziet dat isolatie in projecten vaak als laatste wordt ingepland—met risico’s van dien. “Mechanische werkzaamheden lopen uit, maar de einddatum blijft staan. Dan moet isolatie onder tijdsdruk, en dat is precies wanneer fouten ontstaan.” In complexe omgevingen, zoals leidingen op zeventig meter hoogte, ondergrondse trajecten of installaties met veel inwaterpunten, kan dat grote gevolgen hebben.

Door flexibele materialen te combineren met traditionele isolatie kan Bilfinger sneller en veiliger opleveren. Volgens Zevenhoven moet isolatie veel eerder in het project worden betrokken. “Als wij pas aan het eind binnenkomen, missen we de kans om mee te denken. Dan worden warmteverliezen of toekomstige CUI-risico’s pas zichtbaar wanneer het te laat is.” Ook hij wijst op het belang van duidelijke normen. “In België en Duitsland ligt precies vast welke isolatiedikte waar nodig is. In Nederland verschilt dat per project. Uniformiteit zou de kwaliteit verhogen.”

Zijn kernboodschap: “Het gaat niet om wol versus rubber, maar om de juiste oplossing op de juiste plek.”

De rode draad: standaardisatie, samenwerking en kennisdeling

De vier experts benadrukken dat isolatie geen detail is, maar een strategische maatregel met directe impact op energie, veiligheid en bedrijfszekerheid. Toch benutten veel organisaties het potentieel onvoldoende. Verouderde bestekken, gebrek aan kennis en tijdsdruk zorgen voor gemiste kansen.

De belangrijkste aanbevelingen:

  1. Een nationaal normenkader of keurmerk om kwaliteit en veiligheid te borgen.
  2. Integratie van isolatie in de ontwerpfase, niet pas aan het einde.
  3. Meer samenwerking en kennisdeling tussen industrie, adviseurs, overheid en uitvoerders.

Conclusie: een stille laag met grote impact

Isolatie mag dan verstopt zitten onder aluminiumplaten of matrassen, de impact is enorm. Wie warmteverlies voorkomt, bespaart direct én structureel. En wie corrosie voorkomt, voorkomt uitval, risico’s en kosten. Christiaan de Laat verwoordt het kernachtig: “Wie warmteverlies voorkomt, hoeft het niet terug te winnen.” Met slimme materialen, duidelijke afspraken en een integrale aanpak kan de industrie miljoenen besparen én bijdragen aan de klimaatdoelen. Technische isolatie is misschien onzichtbaar, maar haar waarde zou dat nooit mogen zijn.

Tekst: Loet van Bergen Foto’s: Loet van Bergen