Een visie op kwaliteit… in dit katern hebben we het afgelopen jaar het een en ander voorbij zien komen in gesprek met CINI-inspecteur Dries van de Bergh. In deze laatste editie zetten we de meest in het oog springende zaken nog eens op een rijtje. Ter reflectie en wellicht ter inspiratie voor het nieuwe jaar. Een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen en verdere ontwikkelingen.
Hebben we het over kwaliteit, dan zijn er een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die daar direct van invloed op zijn. De krapte op de arbeidsmarkt is daar een van. De versterkte kwaliteitseisen die vanuit de duurzaamheidsgedachte vanuit Europa worden opgelegd een ander. Beide zorgen ervoor dat er serieuze uitdagingen liggen voor de toekomst. Economisch gezien, maar zeker ook inhoudelijk als we kijken naar het vakmanschap van de isoleerder.
Mensen van buiten
Het wordt steeds moeilijker om goed opgeleide vakmensen te vinden. De oudere vakkrachten stromen uit op anciëniteit, jongere aanwas is steeds lastiger te vinden. De mensen die nodig zijn om het werk te doen komen sinds jaar en dag uit het buitenland. Een steeds verder buitenland: de grens verschuift: met de toenemende welvaart in landen als Polen bijvoorbeeld, zijn het niet langer de mannen uit Oost-Europa die hier komen werken, maar zijn het Kazachstanen, Oekraïners, en verder, die naar hier komen. Dat brengt taalproblemen met zich mee. Zijn het vakmensen die komen dan valt er met handen en voeten nog wel duidelijk te maken wat er gedaan moet worden, maar zijn het jongens met minder kennis en ervaring, dan wordt het lastig. Hebben we dan Litouwers of Polen in het team, mannen met een Slavische achtergrond, dan krijgen die het een en ander nog wel uitgelegd. Maar voor iedereen met een Westerse achtergrond wordt dat in toenemende mate steeds moeilijker. Tegelijkertijd worden de visaregels steeds strenger. Wat betekent dat de mensen die worden binnengehaald tot uiterlijk 3 maanden kunnen blijven en daarna een maand niet mogen komen. Je kunt ervan uitgaan dat ze in die maand elders ander werk zullen vinden. Investeren in taal zal dan ook niet gebeuren, daarvoor is de tijd dat ze er zijn te beperkt.
Opleidingsniveau
Isoleren is een vak dat je niet in een cursus van twee weken onder de knie krijgt. De echte kennis doe je op in het veld, aan de leiding. Die ruimte zou iedere nieuwe kracht ook moeten kunnen krijgen. Met de tijdsdruk die er binnen projecten is, is dit echter in het merendeel van de gevallen niet mogelijk. Daarmee kom je in de ingewikkelde situatie dat je mensen hebt die nog niet de ervaring hebben om antwoorden te hebben op dat wat je in de praktijk tegenkomt, waar zeker niet alles volgens het boekje gaat. Een weerbarstige praktijk waar je als vakman voor uitdagende situaties kan komen te staan die vragen om creativiteit en inzicht in de materie. Hoe is dan de kwaliteit te borgen? Inspectie op het gedane werk is dan eigenlijk de enige gedegen mogelijkheid daartoe. Maar ook daar komen we voor vraagstukken te staan als: hoe zorgen we ervoor dat de inspecteur ook de kennis heeft om de inspectie goed te kunnen uitvoeren? Kijken we bijvoorbeeld naar de STIPcoördinator, dan hebben we het over Stellingen, Tracing, Isolatie en Painting: dat zijn 4 disciplines. Waarbij isolatie een complex vakgebied is, maar painting dat net zo goed is. Is elke inspecteur wel voldoende behept met kennis op al die gebieden? Ook daar moet met zorg en aandacht naar gekeken worden.
Duurzaamheidseisen
De klimaatseisen die ons worden opgelegd zorgen voor striktere controlemaatregelen. Voldoe je immers niet aan de gestelde eisen, dan kijk je tegen een boete aan. In principe zijn het goede maatregelen die nodig zijn om ons klimaat te beschermen. Echter, het zijn maatregelen die wij onszelf in Europa opleggen. Wat (en dat is het geval) als de rest van de wereld op eenzelfde manier blijft doorproduceren? En er zijn bedrijven die hun verantwoordelijkheid nemen en beter zijn gaan isoleren, maar het is een molshoop is als je mondiaal gaat kijken. Al met al wordt de druk op de industrie verhoogt, zal daar niet ook het gevaar liggen dat men, de globaal opererende industrieën waar we voor werken, de lat lager gaan leggen om kosten te besparen? En schieten we ons doel voorbij als we kijken naar milieuvriendelijker produceren? Er wordt meer aandacht besteed aan milieuvriendelijkere producten, toch wordt er nog vooral met de klassieke minerale wol gewerkt, de kwaliteit daarvan is nog altijd verreweg het best, maar niet recyclebaar. Kijken we überhaupt naar recyclen, dan zien we dat Duitsland Europees kartrekker is op dat gebied, hoe zit dat in de rest van Europa? In Duitsland is recyclen verplicht gesteld, maar als die regelgeving er in de rest van Europa ontbreekt wat betekent dat voor de Europese productie? We zien Europa wel als een entiteit, een geheel, maar kijken we dieper dan zien we dat elk land uiteindelijk zijn eigen koers vaart.
“Er zijn veel variabelen die van invloed zijn op de kwaliteit van ons werk.”
Kijken we met mondiale blik naar hoe ons speelveld is, dan zien we tegelijkertijd dat productie steeds frequenter gaat naar Azië. Logisch gezien het feit dat daar de mensen wonen die het werk dat gedaan moet worden ook oppakken. Ze zijn met meer, pakken graag aan en zijn goedkoper… het is een logische verschuiving, die echter ook kwaliteitsissues met zich meebrengt. Welke eisen zijn er ter plaatse bij de fabricage van prefab modules bijvoorbeeld en wanneer in de keten wordt er op kwaliteit geinspecteerd en door wie?
Tekst: Chantal Fransen Fotografie: Dries Van den Bergh – Eco Services BV