Personeel is in deze tijd moeilijk te vinden. Jongeren kiezen niet snel voor werk in de industrie en daarbij is het vak van isolatiemonteur vrij onbekend. Niet de beste combinatie om nieuwe mensen aan je te binden. Bij Bilfinger vonden ze daar een oplossing voor: zij zetten de eigen bedrijfsschool op en halen jongens vanuit verschillende doelgroepen en kanalen binnen en leiden ze zelf op tot steigerbouwer én isolatiemonteur. En dat werkt.
Ik spreek met Ron Paulissen, directeur van Sip’s United, een joint venture van Bilfinger en Brand Energy, HR Business Partner Jill Koolwijk, projectleider Rene Sluijs en uitvoerder Bert Arendse, die o.a. met de mensen aan de slag gaat in het trainingscentrum die nu nog onderdak vindt op een klantlocatie terrein in Rotterdam.
De kracht van leren in de praktijk
“Hoe halen we de mensen binnen die we zo hard nodig hebben? Het was de leidende vraag toen ik hier 3 jaar geleden aan de slag ging,” vertelt Ron. “In de gesprekken die ik had met de ‘oude rotten’ in het vak kwam telkens hetzelfde naar voren: je leert het vak pas écht als je meters kan maken. Op basis daarvan zijn we gaan werken aan onze eigen opleiding, waarin er aandacht is voor theorie, maar zeker zoveel aandacht voor de praktijk. We kregen de ruimte om dit uit te werken en een van onze klanten gaf ons hier een plek waar we het, zij het tijdelijk, kunnen uitbouwen.” Zo is de Bedrijfsschool ontstaan.
Rene, die, net als Bert, volgend jaar zijn 40-jarig jubileum viert bij Bilfinger: “We geven de mensen die hier binnenkomen een intensieve leerschool, zodat ze daarna als volleerd isolatiemonteur aan de slag kunnen. Het start met een week leren en oefenen hier in het instructiecentrum, daarna werken ze 4 dagen in de praktijk en komen ze 1 dag terug voor het theoretische leertraject. Daarmee wordt een stevige basis gelegd waarmee ze verder kunnen.”
“Dat geeft zeker een goede basis om het werk op een goede manier uit te voeren,” vult Bert aan. “En toch; ik zeg altijd maar het kost je zeker 10 jaar voordat je écht weet wat je doet met alle situaties waarin je terecht kunt komen. Elke klus is anders, ook daar bereiden we de jongens op voor.”
“Uiteindelijk gaat het erom dat je meters maakt”
Jill: “Vorig jaar januari zijn we gestart en zijn we verschillende samenwerkingen aangegaan, zoals met stichting Vluchtelingenwerk. Ook hebben we een eigen netwerk welke we hebben opgebouwd door de samenwerking met onder andere Stichting Mano. Daarnaast staan we daar waar jongeren zijn om ze proberen te enthousiasmeren voor dit mooie vak, zo waren we op de Wereldhavendagen waar we veel belangstelling kregen, omdat bezoekers mochten abseilen van een hoge steiger. Het vak van isolatiemonteur is niet heel bekend, maar met aansprekende voorbeelden en vooral zichtbaar zijn bereiken we veel.”
Oog voor veiligheid
“Over de jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor veilig werken. We werken dubbel aangelijnd op volle steigers waar je niet van af kunt vallen en die eerst worden gecontroleerd en worden vrijgegeven voordat erop gewerkt mag worden. Daarnaast wordt nu ook veel strikter gekeken naar hóe er gewerkt wordt. Door tilinstructies te geven en toe te zien op een werkwijze die het lichaam zo min mogelijk belast. Ook de ontwikkelingen dragen bij aan een gezondere werkomgeving. Daar waar we vroeger alles met de hand deden, werken we nu met Makita’s. Het zijn zaken die allemaal aan de orde komen in de trainingen. Toch starten we altijd met handwerk: het is belangrijk dat je voelt met welke materialen je werkt en voelt wat je precies aan het doen bent door simpelweg te beginnen met een schroevendraaier in je hand.”


“Elke zes weken komen we bij elkaar in de zogeheten Competentie Centrum Overleg (CCO)-commissie waar we met elkaar bespreken hoe we het werk makkelijker kunnen maken, zodat je het gezond ook langer volhoudt. Toch is dat voor de isolatiemonteur niet zo 1-2-3 voor elkaar te krijgen. In de steigerbouw werken ze inmiddels met lichtere materialen, de schilders gebruiken exoskeletten, maar isoleren is toch een heel ander vak. Er moet iets gebeuren; painting zou bijvoorbeeld een rol kunnen spelen. Wellicht werken we straks steeds vaker met isolerende spray of iets dergelijks… De ontwikkelingen staan in ieder geval niet stil.”
“Door snel zelf aan de slag te gaan, pakken de jongens het veel sneller op.”
Instructieruimte
In de instructieruimte wordt een demonstratie gegeven over wat er hier zoal wordt opgepakt. “Bochtjes worden in elkaar gezet, er wordt geknipt, dummies worden uitgepakt en op de juiste manier weer ingepakt en er is aandacht voor het materiaal dat gebruikt wordt. Na een week gaan de leerlingen mee naar buiten. Vroeger gingen wij pas na 8 weken met een ervaren monteur mee. Je ziet wel dat, nu ze zo snel in de praktijk meedraaien, dingen veel sneller blijven hangen en het leerproces versneld wordt.”
De plek bij onze klantlocatie is eindig, men is dan ook hard op zoek naar een nieuwe, definitieve locatie. Want doorgaan doen ze zeker. Een eigen leerschool werkt. Voor nieuwe medewerkers, maar ook als terugkomlocatie voor de huidige medewerkers. Het geeft de mogelijkheid om nieuwe werkwijzen en materialen te leren kennen en nieuwe ontwikkelingen uit te denken en uit te proberen. Want ontwikkelingen zijn er en moeten er in deze tijd ook zijn om vooruit te kunnen blijven gaan.
Tekst en foto’s: Chantal Fransen